Zijn jeugd
Joannes Cornelissen Blommestein werd geboren in Culemborg (Gelderland) op 20 januari 1902 als zoon van Jacobus Blommestein en Johanna Henrica van Hazendonk. Op 13 juli 1914 werd hij in Culemborg gevormd. Hij studeerde aan het Kruisherencollege in Uden van 1915 tot 1920.
Intrede bij de Kruisheren
Op 27 augustus 1921 werd hij in St. Agatha ingekleed in de Orde van het H. Kruis. Het noviciaat duurde één jaar. Op 28 augustus 1922 sprak hij in St. Agatha de eenvoudige geloften uit. Drie jaar later, op 28 augustus 1925 volgde de solemnele professie, eveneens in St. Agatha. Op 25 juli 1927 werd hij in Nijmegen priester gewijd.
Naar Amerika
Blommestein kreeg nauwelijks de tijd om zijn plechtige eerste H. Mis te midden van zijn familie op te dragen, want in dezelfde week van zijn priesterwijding vertrok hij al naar Amerika. Hij had het herinneringsprentje van zijn wijding bij zich. Daarop stond de tekst: Wat ik ben, ben ik door de genade van God.
Hij was conventualis in Onamia van 1927 tot 1932 en van 1933 tot 1948. Hij was er leraar en onderwees filosofie, economie, latijn, godsdienst en geschiedenis. Aan de universiteit Notre Dame (Southbend, Indiana), behaalde hij in 1933 de graad van Master of Arts, een graad in filosofie op een thesis over Emmanuel Kant.
Als procurator
In 1940 werd hij benoemd tot procurator in Onamia. Onmiddellijk wachtte hem een zware taak, met name de uitbreiding van de schoolgebouwen. Als procurator legde hij de grondslagen van een investeringsprogramma, waar de Amerikaanse Kruisheren nog lang van zouden genieten.
Vóór de Tweede Wereldoorlog was John Blommestein een fervente verdediger van sociale rechtvaardigheid en nauw betrokken in debatten met communisten, die in die tijd bedrijvig waren in kringen van armen en misdeelden. Tijdens de oorlog slaagde hij erin schaarse goederen te verwerven voordat ze in handen vielen van hamsteraars. Vlak na de oorlog stuurde hij voor honderdduizenden dollars (!) voedselpakketten en andere producten naar de Kruisheren in Nederland en België.
Weinigen kenden hem bij zijn familienaam. Blomm werd hij altijd en overal genoemd en zo stelde hij zichzelf ook voor.
Professor en econoom
Hij was conventualis in Hastings (Nebraska) van 1932 tot 1933 en van 1948 tot 1951. Father Blomm ging er moraaltheologie doceren. Tevens organiseerde hij een huwelijkscursus.
Van 1951 tot 1968 was hij professor aan de universiteit Notre Dame (Southbend, Indiana), waar hij gewaardeerd werd als priester en adviseur in verband met investeringen.
Zijn aanleg voor toegepaste economie kwam goed van pas toen hij in 1957 bij de oprichting van de Kruisherenprovincie St. Odilia werd aangesteld als provinciaal econoom. Hij werd een vurig pleitbezorger voor het missiewerk.
Emeritaat en overlijden
In 1968 ging hij in Notre Dame met emeritaat. Nu nam hij zijn intrek in Fort Wayne en doceerde nog gedurende enkele jaren aan de universiteit van Portland (Oregon), die evenals de universiteit van Notre Dame bestuurd werd door een Franse Congregatie van het H. Kruis.
In 1982, toen Fort Wayne een andere bestemming kreeg, vroeg John Blommestein terug te mogen keren naar Onamia. Hij overleed in het ziekenhuis in Onamia op 3 februari 1983 aan de gevolgen van een hartaanval.
Herinneringen
Zijn confraters herinnerden zich hem nog lang wegens zijn humor en zijn talloze grappen. John Blommestein was een opgeruimde man, zeer emotioneel en enthousiast, hartelijk, joviaal, ruimdenkend en belangstellend. Zijn levendig, explosief karakter, veroorzaakte soms opmerkingen, zoals: Blomm is a crazy clown. Ook wisten zijn confraters allerlei verhalen te vertellen over zijn lievelingshonden, die allemaal luisterden naar de naam Rex.
Bij zijn gouden priesterfeest typeerden de Amerikaanse kruisheren John Blommestein als: One of the greatest and most colorful Crosiers in America with a long and distinguished teaching career. That is our Blomm.
Een busreis in de Amerikaanse missie
In de beginjaren van zijn Amerikaanse missie schreef hij enkele bijdragen in De Zegepraal des Kruises en in Kruistriomf. Uit één van deze bijdragen publiceren we een fragment in moderne bewerking:
Op assistentie in een parochie
“Zoals u weet, zijn wij, de Kruisheren in Amerika, werkzaam in ons klooster in Onamia of op de parochies. Ik ben bij de eerste afdeling ingedeeld. In Onamia geven we les gedurende de week en gewoonlijk gaan we ’s zaterdags naar verschillende parochies. Sommige Fathers hebben een eigen parochie, andere, waaronder ik, gaan alleen uit als we gevraagd worden door de een of andere pastoor, wat bijna elke zaterdag gebeurt. Over één van dergelijke reisjes zal ik iets vertellen.
“Zondag 9 september was mij opgedragen te zorgen voor Keewatin en Kelly Lake, twee plaatsen die samen één parochie vormen. De pastoor was op vakantie naar Ierland. Gedurende de drie maanden van zijn afwezigheid was Father R. Klaver in zijn plaats pastoor geweest. Omdat echter onze studenten op 7 en 8 september van vakantie terugkwamen, moest Father R. Klaver thuis blijven. Hij is immers prefect van de studenten. In zijn plaats zou ik dan gaan.
“Op zaterdagochtend, om elf uur, verliet ik per autobus Onamia. De bus zou een beetje over drieën in Keewatin aankomen. Toen we ongeveer halfweg waren, kwamen we bij een punt, waar de weg zo goed als onberijdbaar was. Men was daar een nieuwe weg aan het aanleggen en deze kruiste schuin de onze. De buschauffeur stopte en zegde: We krijgen nu een stuk slechte weg; dus als misschien iemand dat stukje wil lopen, dan kan hij hier uitstappen. We bleven allemaal zitten.
Vastgelopen
“En vooruit ging het weer. Zachtjes aan. De motor was geplaatst op de kleinste versnelling, om de grootst mogelijke kracht te ontwikkelen. De zware bus hotste en botste over de weg en stond plots stil. Daar staan we, zegde de bestuurder, we kunnen niet verder. Hij ging de bus uit en wij volgden hem.
“Wat een modderweg! Uit de bus stapten we in modder met een kleur van ijzerroest. Door de zware regens van de laatste dagen was de weg geheel doordrenkt met water. Als je op de modder liep, deukte hij in als rubber. Lichte personenwagens passeerden, bijna omkantelend door de diepe gaten aan de andere kant van de weg.
“De wielen van de bus waren in de modder weggezakt. Een beetje verder stond een autobus, die van de andere kant kwam, ons op te wachten. De bestuurders kwamen bij elkaar en besloten hulp te halen. Na een kwartiertje kwamen ze terug en we hoorden het geraas van twee tractoren, die ons kwamen helpen. De tractoren werden voor de bus gespannen.
Vrijkomen
“De chauffeur ging in de bus om de motor aan te zetten en wij stonden klaar om te duwen. Het begon weer te regenen. De tractoren en de bus maakten een oorverdovend lawaai, maar konden geen beweging brengen in de bus. De brede ijzeren wielen van de tractoren zakten zo ver weg in de modder, dat we planken en houtblokken moesten gebruiken om eerst die los te werken. (…)
“Met veel moeite kwamen we, tot onze grote blijdschap, los. Mijn schoenen waren één en al modder, mijn broek had een paar moddervegen en mijn handen waren te smerig om iets aan te raken. Gauw maakte ik mij een beetje proper in het gras, de rest zou in de pastorie gebeuren.
“Dan riep de chauffeur ons, om in te stappen. We kwamen anderhalf uur later in Keewatin aan. De mensen zaten al in de kerk op me te wachten om te biechten. Een week later moest ik weer naar Keewatin. De bus liep niet meer. (…)”.
Bronnen
- Blommesteins vervolg van de bijdrage Op assistentie (in: De Zegepraal des Kruises, jg. 8, 1928-1929, pp. 87-91) vertelt op welke wijze Blommestein toch in Keewatin geraakte.
- BLOMMESTEIN (J.), Uit onze Minnesotamissie. Naar het Land der Kolonisten. in: Kruistriomf, jg. 7, 1927-1928, pp. 206-212
- BLOMMESTEIN (J.), Uit onze Minnesotamissie. Op assistentie. in: De Zegepraal des Kruises, jg. 8, 1928-1929, pp. 87-91 (Op assistentie in Keewatin en Kelly Lake)
- BLOMMESTEIN (J.), Een uurtje onttrokken aan mijn werk. in: Kruistriomf, jg. 8, 1928-1929, pp.149-152
- BLOMMESTEIN (J.), Uit onze Minnesota Missie. Feest te St. Mathias. in: De Zegepraal des Kruises, jg. 9, 1929-1930, pp. 159-162 en 185-187; idem in: Kruistriomf, jg. 9, 1929-1930, pp. 180-183 en 215-217
- BLOMMESTEIN (J.), Nieuws uit Hastings, Nebraska. in: De Zegepraal des Kruises, jg. 12, 1932-1933, pp. 111-1112, ill.; idem in: Kruistriomf, jg. 12, 1932-1933, pp. 148-150, ill.
- JOHN (R.T.), John Blommestein (1902-1983). in: Bulletin provincie sint augustinus, 1983, p. 19: idem in: Cellesiana, jg. 20, 1983, p. 28; idem in: U.S.A. Crosier Provincial Bulletin, vol. 32, 1983, nr. 4, p. 26
- N., On January 20, 1972 Father Blommestein will be 70 years old. in: Provincial Bulletin, Crosier Fathers & Brothers of St. Odilia, vol. 18, 1971, nr. 195, p. 403
- N., Fr. Blommestein celebrates golden jubilee. in: Crosierite, Official Newsletter of Crosier Seminary, Onamia, Minn., vol. 22, 1977, nr. 2, pp. 3-4, ill.
- SCHOLTENS (H.H.), Herdenkingswoord bij de requiemdienst van John Blommestein te Amersfoort. in: Bulletin provincie sint augustinus, 1983, pp. 20-21