Een jong gestorven kandidaat-priester
Cornelis Gerardus Maria Renkers (soms abusievelijk Renkens genoemd) werd op 28 mei 1938 geboren in Amersfoort als zoon van Adrianus Henricus Renkers en Hendrika de Vries. Hij ontving het doopsel op 4 juni 1938 in de parochiekerk St.-Franciscus Xaverius in Amersfoort. In dezelfde kerk werd hij op 12 juli 1949 gevormd. Van 1951 tot 1958 studeerde hij gymnasium B aan het Constantijngymnasium van de Kruisheren in Amersfoort. De B staat voor Bèta. Dit houdt in dat het accent van de opleiding ligt op de bètavakken, zoals scheikunde, wis- en natuurkunde, biologie.
In augustus 1958 trad hij in bij de kruisheren en begon in Neeritter aan een jaar noviciaat. Op 28 augustus 1959 legde hij in Neeritter de tijdelijke geloften af. Daarna begon hij in Zoeterwoude aan de opleiding in de filosofie. Hij overleed in het ziekenhuis in Leiden op 20 oktober 1960. Vier dagen later was zijn begrafenis in Amersfoort.
Bij het afscheid
Op het bidprentje kunnen we lezen: “Zo was hij, spontaan en blij, bereidwillig en dankbaar tegenover zijn vader en moeder, wiens liefde en steun, trots en hoop hij was, tegen zijn broers, familie, confraters en bekenden, als een altijd opgewekte hulpvaardige vriend. Maar bovenal heeft hij bereidheid getoond tegenover God, toen hij Zijn roepstem hoorde: Kom, neem mijn Kruis op en volg Mij. Hij nam dat Kruis gaarne aan en het werd hem dierbaar, niet alleen het rood-witte kruis van zijn kloosterkleed, maar ook het harde kruis van soms pijnlijk lijden. Hij verlangde er naar om priester te zijn. Hij wilde zich met alle edelmoedigheid en wilskracht inzetten om in Christus alles voor allen te zijn. God heeft anders beschikt. Wij buigen ons hoofd voor Zijn aanbiddelijke Wil.”