De priesterwijding in St. Agatha op 25 juli 1938

Op een foto van 25 juli 1938 bemerken we, behalve Mgr. Blessing en magister-generaal van Dinter, de kruisheren die in 1938 in St. Agatha tot priester werden gewijd. Op de achterste rij staan de kruisheren die in 1939 door Mgr. Diepen tot priester werden gewijd. Twee confraters uit de groep van 1939 verlieten vóór de priesterwijding de orde.

Van deze wijdelingen werden er tien leraar. Zes kruisheren hielpen (ook) in het parochiepastoraat. Acht kruisheren werden missionaris: één in Belgisch-Kongo (later Congo), drie in Nederlands-Indië (later Indonesië) en vier in Brazilië. Behalve deze foto tonen we ook enkele sfeerbeelden van de wijdingsceremonie.

groep kruisheren in habijt rond missiebisschop en magister-generaal
De kruisheren van het wijdingsjaar 1938 in Sint Agatha

De rij zittende kruisheren

Zittend van links naar rechts: Antonius van Dooren (Veghel, 1914 – Molenbeersel, 1997), Martinus Antonius Wijnakker (Schayk, 1912 – Veghel, 1985), Mgr. Fredericus Maria Blessing, magister-generaal Wilhelmus Antonius van Dinter, Nicolaus Petrus van Leeuwen (Rotterdam, 1913 – Nijmegen, 1988) en Joannes Dominicus Maria Sweerts (Haarlem, 1910 – Leiden, 1988).

Anton van Dooren werd leraar aardrijkskunde aan het college in Maaseik. Er stonden verschillende publicaties op zijn naam, o.a. over de Limburgse Maas en een in het frans vertaalde cursus kosmografie. In 1967 sloot hij aan bij het kruisherenconvent in Wenen en werd kapelaan in Leopoldau. In 1991 keerde hij terug naar Maaseik.

Martien Wijnakker kreeg een opdracht in de opleiding van jonge kruisheren. Van 1942 tot 1958 was in hij Neeritter socius van de novicemeester en van 1958 tot 1964 was hij prior in St. Agatha en novicemeester van de broeders. Van 1964 tot 1974 was hij conventualis in Tilburg en daarna tot aan zijn dood conventualis in Uden.

Kees van Leeuwen promoveerde tot doctorandus in de Klassieke Letteren aan de universiteit in Nijmegen. Hij was leraar aan het Kruisherencollege in Uden van 1950 tot 1967 en van 1967 tot 1970 prior van het convent.

Jan Sweerts werd missionaris in Brazilië en superior van 1948 tot 1953.Vanaf 1955 was hij achtereenvolgens pastoraal werkzaam in Rotterdam, Zoeterwoude en Leiden. Van 1974 tot 1986 werkte hij op het provincialaat van de Nederlandse kruisherenprovincie. Hij was de auteur van De maaltijd des Heren van verleden tot heden (Uden, s.d., 429 p.)

wijdingsplechtigheid voor het altaar in de kloosterkerk rond de bisschop
Priesterwijding voor het altaar bij de Kruisheren in St. Agatha, 1938

De onderste rij staande kruisheren

Op de onderste rij van links naar rechts: Antonius Walterus Joannes van Dijk (Uden, 1913 – Cimahi, 1944), Joannes van der Pol (Zaandam, 1919 – Cirebon, 1994), Leonardus Antonius Gielissen (Eindhoven, 1912 – Uden, 1999), Theodorus Laurentius Antonius Arnoldus (Amsterdam, 1913 – Amersfoort, 1988), Johannes Martinus Zijerveld (Ter Aar, 1914 – Grathem, 1971), Josephus Walterus Verhoof (Tilburg, 1912 – Neerpelt, 1990), Petrus Gerardus Maria de Kort (Haaren, 1914 – Diest, 1988), Henricus Petrus Waldram (Amsterdam, 1913 – Nijmegen, 1991), Fredericus Joannes Petrus Jägers (Amsterdam, 1914 – Uden, 2006).

Antoon van Dijk werd missionaris op Java en was werkzaam in Cimahi. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij geïnterneerd in een Japans concentratiekamp. Hij overleed op 5 april 1944.

Jan van der Pol was missionaris op Java van 1939 tot aan zijn dood op 21 oktober 1994. Hij overleefde het interneringskamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was o.m. werkzaam in Bandung en in Garut. Ook was hij magister van de fraters en professor op het seminarie in Tjitjadas.

Leo Gielissen was zijn hele kloosterleven lang conventualis in Uden. Eerst was hij leraar aan het Kruisherencollege en vanaf 1989 rector van het bejaardenhuis Sint-Jan.

Theo Arnoldus was missionaris in Brazilië van 1939 tot 1961. Daarna woonde hij gedurende zes jaar in Ehrenstein. Van 1967 tot aan zijn dood op 14 mei 1988 was hij conventualis in Amersfoort.

Johannes Martinus Zijerveld was rector van het broederjuvenaat de Hantert van 1953 tot 1959. Hij was op verschillende plaatsen (Hazerswoude, IJsselmonde en Grathem) assistent in het parochiepastoraat vanuit de klooster St. Agatha, Rotterdam en Neeritter.

Jef Verhoof was conventualis in St. Agatha tot 1940 en vervolgens in Achel tot aan zijn dood op 15 mei 1990. Van 1961 tot 1965 was hij in Achel supprior.

Piet de Kort was achtereenvolgens conventualis in St. Agatha, Maaseik, Achel en Diest.

Harrie Waldram was conventualis in Hees, Rotterdam en Ridderkerk. Jarenlang was hij werkzaam als kapelaan.

Fré Jägers studeerde aan de universiteiten van Leiden en Amsterdam en promoveerde tot doctorandus in de natuur- en wiskunde en in de meteorologie. Hij was achtereenvolgens conventualis in Zoeterwoude, Bussum-Amersfoort en Uden. In Amersfoort was hij leraar aan het eigen college en diverse jaren supprior en procurator. Van 1946 tot 1948 was hij assistent aan de universiteit van Amsterdam. Fré publiceerde verschillende handboeken natuurkunde voor het middelbaar onderwijs.

zicht vanaf hoogte, de missiebisschop met bonnet, rochet, sleep en sleepdrager nadert de kerk
De bisschop komt priesters wijden bij de Kruisheren in St. Agatha, 1938

De bovenste rij staande kruisheren

Op de bovenste rij de subdiakens die op 23 juli 1939 in Nijmegen tot priester zouden worden gewijd door Mgr. A.F. Diepen;
van links naar rechts: Hendrikus Josephus Brouwers (Erp, 1912 – ’s-Hertogenbosch, 1981), Henricus Jacobus Fijnenberg (Amersfoort, 1915 – Maaseik, 1960), Lucas de Boer (Sensmeer, 1914 – Campo Belo, 2004), Petrus de Jong (Roelofarendsveen, 1913 – ?), Joannes Nikolaus Bosman (Zoeterwoude, 1915 – Bandung, 1982), Wilhelmus Schonk (Geldrop, 1914 – ?), Paulus Dominicus Josephus Maria Kruitwagen (Rotterdam, 1913 – Buta, 1965), Hendrikus Antonius Broersen (Herwen en Aerdt, 1914 – Heeswijk, 1999), Martinus Antonius Brouwers (Erp, 1915 – Uden, 1997), Alfonsus Maria Josephus Gerardus Villevoye (Borne, 1910 – Uden, 1990), Adrianus Johannes van der Rijt (Uden, 1914 – Uden, 1999).

Hendrikus Josephus Brouwers werd conventualis in Uden en St. Agatha. In Uden was hij leraar aan het Kruisherencollege van 1940 tot 1967 en prior van 1955 tot 1967.

Henricus Fijnenberg was conventualis in Zoeterwoude en Maaseik. In Maaseik was hij leraar wiskunde en tekenen op het college.

Lolke de Boer was tot 1952 conventualis in St. Agatha, Hees, Bussum en Amersfoort. Daarna was hij tot aan zijn dood in 2004 missionaris in Brazilië.

Petrus de Jong verliet de orde op 8 maart 1939 met dispensatie in de solemnele geloften.

Jo Bosman was tot 1946 conventualis in St. Agatha en vertrok daarna naar Indonesië, waar hij werkzaam was in Bandung (legeraalmoezenier), Cirebon en Garut. Hij bleef vooral als pastoor bewaard in de herinnering: in de parochie, in het ziekenhuis, te midden van zijn confraters.

Wilhelmus Schonk verliet de orde met dispensatie in de solemnele geloften en het diaconaat op 7 februari 1939.

Paul Kruitwagen was van 1940 tot 1943 werkzaam in Odiliapeel en van 1943 tot 1946 in Bussum. In 1946 vertrok hij als missionaris naar Belgisch-Kongo. Hij werd door de simba’s in Buta vermoord op 30 mei 1965.

Henk Broersen was van 1940 tot 1942 conventualis in Zoeterwoude en daarna tot 1946 in Bussum. Van 1946 tot 1956 was hij missionaris in Brazilië. In 1957 was hij moderator van de nijverheidsschool Don Bosco in Rotterdam. Tenslotte was hij tot aan zijn dood op 3 maart 1999 conventualis in Uden.

Martien Brouwers werd in verschillende kruisherenkloosters conventualis, achtereenvolgens namelijk in Hees, Bussum, St. Agatha, Maaseik, Odiliapeel en Uden. Hij studeerde R.K. Kerkmuziek in Utrecht van 1946 tot 1949 en behaalde er in 1949 het diploma van kerkzang-directeur. Hij was een begenadigd organist. In Maaseik (1953-1964) en Odiliapeel (1964-1974) was hij kapelaan. Hij was van 1975 tot 1985 weekendpastoor in Batenburg. Hij verzorgde de weekenddiensten in Verzorgingstehuis Nieuwe Hoeven in Schayk van 1987 tot 1992.

Fons Villevoye behaalde verschillende pedagogische diploma’s: jeugdleiders-sport (1953), MO-opvoedkunde (1976) en MO-kunstgeschiedenis (1981). Als conventualis van Uden gaf hij aanvankelijk les aan het Kruisherencollege. In 1956 was eerst godsdienstleraar aan een technische school in Rotterdam en daarna aan de MULO in Uden. Van 1958 tot 1975 was hij moderator en leraar aan de MAVO in Veghel. Van 1980 tot 1988 was hij leraar kunstgeschiedenis aan het Pieter Bruegel Instituut in Veghel.

Janus van der Rijt was conventualis in Hees. Hij was er achtereenvolgens vice-rector, bibliothecaris, assistent van de missieprocurator, missieprocurator en rector domus.

zicht vanaf hoogte op een groep kruisheren-diakens in liturgische kleding op een knie geknield op het versierde voorplein van het klooster
Priesterwijding bij de Kruisheren in St. Agatha, 1938

Overzicht van benoemingen

NaamInternLeraarParochie enz.CongoIndonesiëBraziliëUSA
Van Doorenxx
Wijnakkerx
Van Leeuwenxx
Sweersxx
Van Dijkx
Van der Polx
Gielissenxx
Arnoldusx
Zijerveldxx
Verhoofx
De Kortxx
Waldramx
Jägersxx
Brouwersxx
Fijnenbergxx
De Boerxx
Bosmanx
Kruitwagenxx
Broersenxx
Brouwersx
Villevoyex
Van der Rijtx
Benoemingen van de jonge kruisheren