Kruisheren Creemers en Convents

In De Zegepraal des Kruises, 1945-46, lezen we als uitleg bij de foto: “De paters Creemers en Convents, die in juni ll. uit onze Kongo-missie terugkeerden. Foto genomen in Elisabethstad in 1945 waar Pater Creemers, na ’n zware operatie op rust was, en waar Pater Convents toen nog legeraalmoezenier was.”

twee kruisheren, een in witte missionaristoog en een als aalmoezenier in legeruniform met sigaret in de hand
Kruisheren André Creemers en Stan Convents in Elisabethstad, 1945

André Creemers

André Creemers (1907-1971) vertrok naar Congo op 10 augustus 1934. In 1941 werd hij professor aan het seminarie in Bondo. Op 27 oktober 1945 werd hij superior regularis. Op 15 januari 1955 werd hij apostolisch vicaris van Bondo en enkele maanden later, op 11 april 1955 bisschop van Bondo.

Stan Convents

Stan Convents (1910-1957) was missionaris in Congo van 27 september 1935 tot aan zijn dood. In Congo was hij actief in Bondo, Monga en Baye. Hij was er afwisselend werkzaam als kapelaan, pastoor, professor aan het kleinseminarie, inspecteur en directeur. Op 18 januari 1957 keerde hij wegens ziekte terug naar België. Hij stierf in Neerpelt op 16 oktober 1957.

Hij verbleef van september 1940 tot september 1945 als brancardier en aalmoezenier in het Belgisch Koloniaal Leger. Op 27 april 1941 vertrok hij vanuit Buta naar het front in Abessinië. Op 14 september 1945 werd hij in Elisabethstad gedemobiliseerd en keerde naar Bondo terug.

In 1945 berichtte Convents aan de lezers van De Zegepraal des Kruises: “Iedere missie is een aantrekkingspunt voor sukkelaars: lammen, verminkten, blinden, enz. Johanni is een blinde. Sinds jaren verblijft hij op de missie. Al de wegen kent hij en als hij iets nodig heeft, dan weet hij ons wel wonen. Zo kreeg ik op zekere dag bezoek van Johanni. -Ah, Johanni, kom je eens naar mij kijken? -Och, Monpe, één zaak is er toch. Gij hebt aan alle christenen een schone prent gegeven van het H. Hart. Mij hebt gij die niet gegeven. Dat is nu mijn droefheid. -Maar, Johanni, gij kunt toch niet zien wat er op die prent staat. -Dat is waar, Monpe, ik kan het H. Hart niet zien, maar als ik die prent in mijn huis ophang, dan kan het H. Hart mij toch zien!”