Aan de poort van het oude klooster van Diest

Drie kruisheren ontmoetten elkaar aan de oude poort van het klooster van Diest.

drie kruisheren, een in habijt, een in broederhabijt en een in reiskostuum staan in een geopende karrenpoort, een plein op de achtergrond
Aan de poort van het oude klooster van Diest, met uitzicht op het Verstappenplein

Van links naar rechts bemerken we Eduard Luyten, Jan Bierens en Jaak Op de Kamp.

Eduard Luyten (Tessenderlo, 13 maart 1918 – Diest, 30 september 2005) trad op zeer jeugdige leeftijd in bij de kruisheren in de zomer van 1934. Hij verbleef zijn hele kloosterleven in Diest en was er gekend als broeder-portier Wardje. Bij velen, waaronder heel wat rijkswachters, was hij geliefd omwille van zijn luisterend oor.

Jan Bierens (Kinrooi, 20 juni 1930 – Maaseik 4 augustus 2015) trad in bij de kruisheren in de zomer van 1948. Hij ontving in 1954 de priesterwijding. In 1959 behaalde hij in Leuven de graad van licentiaat in de pedagogische wetenschappen. Van 1960 tot 1995 was hij werkzaam in Congo, met een onderbreking tijdens de rebellie (Bondo 1960-1985; Musie-nene, 1985-1995). Sedert 1995 was hij conventualis van de kruisherengemeenschap in Maaseik tot aan zijn dood in 2015. Zowel in Congo als in Europa werd Jan gewaardeerd omwille van zijn beleidsvoerend vermogen en was hij op vele domeinen beleidsmatig actief.

Jaak Op de Kamp (Maaseik, 5 april 1909 – Hannut, 28 maart 1973) trad in bij de kruisheren in de zomer van 1928. In 1934 werd hij priester gewijd. Hij was achtereenvolgens conventualis in Hannut (1934-1940), Achel (1940-1941) en Diest (1941-1973). Jaak had een goed gehoor, een fenomenaal geheugen en een zangstem die menig confrater hem benijdde. Tijdens zijn verblijf in Diest was hij in Tessenderlo o.a. aalmoezenier van de zusters Augustinessen (1943-1946) en van de Broeders van Liefde (1947-1951). Jaak was geweldig gehecht aan de orde en leefde met het wel en wee van alle confraters mee.