De aanleiding voor deze bijdrage vormde een foto, waarop drie kruisheren lachend in de lens kijken: Wim La Haye, Willem Kraan en Hein Indemans. Alle drie verbleven een tijdlang in Amersfoort.
Het begin in Bussum
In 1943 openden de kruisheren een klooster in Bussum aan de Koningin Emmalaan nr. 15 en doopten het Santa Helena. Zeven kruisheren namen er hun intrek: Th. Bik, H. Broersen, L. de Boer, M. Brouwers, S. van Beurden, Th. Jurgens en J. Verhoeven. Een jaar later werd Theo Bik benoemd tot rector.
De andere conventuales waren L. Heere, P. Kruitwagen, H. Broersen, L. de Boer, M. Brouwers, S. van Beurden, Th. Jurgen en de lekenbroeders P. van den Boogaard en H. Jansen. Tot de communiteit behoorden ook A. Richter, die in Lutjesbroek (Noord-Holland) woonde en J. Campman, die verblijf hield in Velp (Gelderland). Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om het convent te verplaatsen naar Amersfoort.
Van Bussum naar Amersfoort
De kroniekschrijver van het huis, Christianus Ammerlaan, publiceerde zijn bevindingen in het Chronicon Cruciferorum. Op 1 november 1946 schreef hij: “Ons nieuw huis in Amersfoort is nog steeds niet klaar. Iedere dag gaan we op en neer met de trein om les te geven in ons nieuw gymnasium, dat voorlopig is ondergebracht in de Ansfridusschool. We hebben daar drie klassen. De eerste klas telt 27, de tweede 10 en de derde eveneens 10 leerlingen.”
Op 5 november 1946 noteerde hij: “Fr. H. Indemans, onze nieuwe conventuaal, is vandaag aangekomen. Hij zal de Franse lessen van fr. J. van de Bosch, die enige weken in het ziekenhuis is opgenomen, overnemen.”
Hein Indemans
Henricus Indemans werd geboren in Stevensweert op 8 november 1916 en overleed in Düsseldorf op 7 januari 1986. Drie dagen later werd hij in St. Agatha begraven. Na zijn middelbaar onderwijs aan het bisschoppelijk college in Sittard (1930-1934) en aan het H.-Kruiscollege in Maaseik (1934-1936) trad hij in de zomer van 1936 in bij de kruisheren in Diest. Een jaar later legde hij de tijdelijke geloften af en drie jaar later volgde de solemnele professie. Hij studeerde filosofie in Achel (1937-1939) en theologie in Diest (14939-1943). Op 19 september 1942 werd hij in Diest tot priester gewijd.
Hij werd als missionaris bestemd voor Congo. Door de oorlogsomstandigheden afgeremd, ging hij alvast naar Hannut om er zich in het Frans te bekwamen. Van augustus 1943 tot november 1946 was hij conventualis in Hannut en leraar aan het college. In november 1946 verhuisde hij naar Amersfoort en was er leraar tot 19 november 1956.
Simultaan was hij student Germaanse talen aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij behaalde het diploma van kandidaat in de Germaanse talen op 28 november 1952. Hij promoveerde tot doctorandus in de Germaanse talen op 19 oktober 1956. Daarop werd hij benoemd tot conventualis in Uden. Van 1968 tot aan zijn dood was hij conventualis in St. Agatha en assistent in Düsseldorf-Herdt.
In Bulletin, jaargang 1986, verscheen een In Memoriam, waarin onder meer stond: “In 1946 kwam hij in Amersfoort terecht; hij was één van de moedige pioniers, die al studerend (bij Hein werd dat Duits), lesgevend en tegelijk in de parochie assisterend, ons klooster en het gymnasium in Amersfoort hebben opgebouwd. In 1957 verhuisde hij naar Uden, waar zijn grote vriend Harrie Brouwers prior was, om er Duits te geven.”
Vorderingen in Amersfoort
Op 9 november 1946 noteerde kroniekschrijver Ammerlaan: “Vandaag werd verteld dat er meer schot ging komen in de verbouwing van ons nieuw huis te Amersfoort. Misschien dat we er nog vóór Kerstmis heen kunnen verhuizen.” Een dag later meldde Ammerlaan: “Vandaag sprak fr. W. La Haye weer voor de radio (P.C.J. zender). Hij verzorgt voor deze omroep, om de veertien dagen, ’s zondags te half drie de religieuze uitzendingen.”
Op 30 november 1946 stipte Ammerslaan aan: “Vandaag preekte fr. W. La Haye te Hooglanderveen (dekenaat Amersfoort) ten bate van de Kardinaal de Jong-Stichting. Deze Kardinaal de Jong-Stichting werd opgericht met het doel de bevordering van het middelbaar en hoger onderwijs in het dekenaat Amersfoort. Deze stichting heeft ons, Kruisheren van Bussum, uitgenodigd de leiding te nemen van het onlangs te Amersfoort gestichte gymnasium (Laan 1914, nr. 5). Bovendien heeft deze stichting nog verschillende andere verplichtingen t.o.v. het nieuw opgerichte gymnasium op zich genomen. Om deze stichting van onze kant tegemoet te komen, zullen wij Kruisheren in de komende weken in het dekenaat Amersfoort enige preken houden ten bate van deze stichting.”
Wim La Haye
Wilhelmus La Haye werd geboren in Den Haag op 30 december 1906 en overleed in Bonn-Beuel op 27 augustus 1968. Vier dagen later werd hij in Amersfoort begraven. In de zomer van 1936 begon hij aan het noviciaat bij de kruisheren in Neeritter. Een jaar later deed hij de tijdelijke professie in Neeritter en drie jaar later legde hij in St. Agatha de solemnele geloften af. Hij studeerde filosofie in Zoeterwoude van 1938 tot 1940 en theologie in St. Agatha van 1940 tot 1944. Op 19 juni 1943 werd hij in ’s-Hertogenbosch tot priester gewijd.
Van 1945 tot 1947 studeerde hij aan de universiteit van Amsterdam en van 1947 tot 1950 aan de universiteit van Utrecht, waar hij in de december 1950 het doctoraal examen Duits behaalde. Van 1944 tot 1 oktober 1964 was hij conventualis van het convent St. Helena, eerst in Bussum en vervolgens in Amersfoort. Hij werd godsdienstleerkracht.
In zijn In Memoriam in Bulletin typeerde Louis Sips hem in 1968 als een zeer geëngageerd priester: “In de vijfentwintig jaar dat hij priester is geweest hebben wij hem leren kennen als student, als leraar, weer als student en tenslotte als studentenpastoor. Velen van ons heeft hij begeesterd door zijn woorden, velen heeft hij in de portemonnee laten grijpen ter ondersteuning van een of ander goed werk. Velen hebben Duits van hem gehad en je leerde wat bij hem, is het commentaar van alle oud-leerlingen. En behalve Duits, leerden we samen ook godsdienst, zoals een oud-leerling het een dezer dagen uitdrukte. Ook in Duitsland is hij in de vier jaren als studentenpastoor zo openhartig geweest, dat men hem in het overlijdensbericht treffend kon typeren door hem te bedanken voor de heilzame onrust, die hij in de studentenparochie had gesticht.”
Wim La Haye gaf van 1952 tot 1964 ook godsdienstles aan de meisjes van de Mater Amabilisschool in Amersfoort. Van 1 oktober 1964 tot 15 oktober 1965 werkte hij in Breitscheid en van 15 oktober 1965 tot aan zijn dood in 1968 was hij studentenpastoor in Bonn-Beuel.
Afscheid in Bussum en verhuizing
Tijdens de kerstvakantie van 1946 waren de kruisheren van Bussum druk bezig met inpakken voor de verhuizing naar Amersfoort. Op 29 december 1946 werd een plechtig lof gecelebreerd in de St.-Vituskerk in Bussum ter gelegenheid van hut afscheid. Rector Theo Bik deed het lof, geassisteerd door de pastoor van het H.-Hartkerk en de oudste kapelaan van de Mariakerk (de pastoor was ziek). De gelovigen waren talrijk aanwezig. ’s Anderendaags begon de grote uittocht en verhuizing.
Oprichting in de Laan 1914, Amersfoort
Op 10 januari 1947 noteerde Ammerlaan: “In Amersfoort op de Laan 1914 nr. 5 hangt de vlag uit. Een historisch moment! De heren komen terug van vakantie. Vandaag voor het eerst reizen ze niet meer richting Bussum, maar richting Amersfoort. Aan tafel spreekt de rector een kort welkomstwoord. Het huis is nog niet klaar. Het zal nog wel enige tijd duren voordat het werkvolk de deur uit is. Refter en recreatie zullen de eerste dagen gehouden worden op de kamer van de rector. De kamers van de heren en van de broeders zijn zo goed als klaar. Het begin is er, heel bescheiden. We zijn er echter allen van overtuigd, dat hier de grondslag gelegd wordt van iets wat onze H. Orde tot eer kan strekken.”
Op 16 januari begon het college aan het tweede trimester in een houten gebouwtje achter het nieuwe klooster. Theodorus Scheerder, Henricus Indemans en Gerardus Nillesen waren de vaste surveillanten. Gerardus Blocks was magister-spiritualis en Theodorus Scheerder sacrista. Martinus Brouwers, die nog in Utrecht aan de muziekschool studeerde, kwam elke donderdagmiddag zangles geven aan de jongens.
Op het einde van de maand januari werd het huis, waarin de kruisheren in Bussum hadden gewoond, verkocht. Op 28 januari werd de definitieve goedkeuring van Kardinaal De Jong bekomen voor de vestiging in Amersfoort.
In 1946 startten de kruisheren onderwijsactiviteiten in Amersfoort. In eerste instantie werd lesgegeven in noodgebouwen achter hun woning, Villa Vleugelslag aan de Laan 1914 nr. 5 (bij de bouw van de Stichtse Rotonde gesloopt) en klaslokalen van de St. Ansfridusschool op de Van Marnixlaan 53 (eind jaren 1970 gesloopt).
De barre winter van 1946-1947 zorgde voor een tekort aan brandstof. De meeste scholen sloten hun deuren van 15 februari tot 10 maart. Ook de kruisheren in Amersfoort.
Inwijding van het klooster
Op 27 mei 1947 werd het kruisherenklooster van Amersfoort ingewijd en toegewijd aan de heilige Helena. Chr. Ammerlaan schreef: “Het is gelegen op de berg van Amersfoort en herinnert door zijn naam aan een oud klooster van onze orde binnen het aartsbisdom, nl. het klooster Montis St. Helenae in het buurtschap Scharmer bij Slochteren (21 Sept. 1489 litt. fund.).
“Te 18 uur plechtig Lof met een pontificale assistentie van Hoogw. Heer. Het Lof werd gecelebreerd door onze rector, geassisteerd door fr. Blockx en fr. Scheerder. Aanwezig waren: het definitorium, de pastoors en rectoren van Amersfoort en alle bewoners van ons klooster.
“Na het Lof had de pontificale inwijding van ons klooster plaats. De plechtigheid werd verricht door Hoogw. Heer. Na afloop van de kerkelijke plechtigheden werd alle aanwezigen een souper aangeboden.”
Inwijding van het voorlopig schoolgebouw
Een dag later, op 28 mei 1947, werd het college ingewijd. Het droeg als naam: Collegium Constantinianum. Om 10.00 uur droeg de oudste definitor, Joannes Busé, een plechtig Mis op, geassisteerd door de twee definitoren Henricus Lambertus Van de Ven en Andreas Ramaekers. Tijdens deze H. Mis verleende Hoogwaardig Heer Wilhelmus Van Hees pontificale assistentie, nadat hij aan de ingang van de kapel door scouts van het college was verwelkomd.
Chr. Ammerlaan schreef: “Na de H. Mis pontificale inwijding van het voorlopig schoolgebouw. Daarna gezamenlijke lunch. Om 3 uur nm. plechtige zitting in het voorlopig schoolgebouw. Aanwezig waren: Hoogw. Heer met zijn definitorium, de prioren en rectoren van onze huizen in Nederland, de geestelijkheid van het dekenaat Amersfoort, de burgemeester van Amersfoort met zijn R.K. wethouder en R.K. raadsleden, de conrector van het stedelijk gymnasium, de directeur van de Rijks H.B.S., de heren van de Ansfridusstichting met hun dames, vele genodigden, de ouders van de leerlingen van ons college en de leerlingen zelf.
“Hoogw. Heer hield een openingsrede waarna onze fr. Henricus van Rooijen uit Zoeterwoude een lezing hield over het onderwijs van de Kruisheren in de loop der eeuwen. Daarna sprak de burgemeester van Amersfoort. Vervolgens bood de heer Bredius namens de ouders van Bussum een collegevlag aan, een mooie vlag waarop in een blauw veld de toren van Amersfoort en het Kruisheren wapen zijn afgebeeld. Dan sprak de heer Weusten namens de Ansfridusstichting. Na deze sprekers sprak onze rector een dankwoord. De sprekers werden ingeleid door enkele motetten gezongen door ons jongenskoortje o.l.v. fr. La Haye.
“Na de zitting was er gelegenheid om te feliciteren en werd er een thee aangeboden. Deze inwijdingsfeesten werden besloten met een gezellig samenzijn van de prioren en rectoren van onze huizen in Nederland en de conventualen van ons klooster.”
Kruisheren-leraren komen en gaan
Op 15 juni 1947 werd Theo Bik door Mgr. Van Hees tot rector van het klooster en directeur van het Collegium Constantinianum benoemd. Een dag later werden Gerardus Blockx en Lullus De Boer tot conciliarii aangesteld.
In de tweede helft van 1947 wijzigde de samenstelling van het convent. Andreas Leonardus Engwirda kwam Engels doceren op het college en verving Henricus Reukers, die naar Zoeterwoude werd verplaatst. Albertus Hendrikus Maria Hüsken kwam van september tot december 1947 Grieks geven aan het college. Hij had zijn studies nog niet voltooid en verhuisde in 1948 naar Hees. Op 21 december 1947 werd hij opgevolgd door Henricus Harmanus Jacobus Scholtens, die zelf in 1949 naar Hees verhuisde om er aan de Katholieke Universiteit Nijmegen klassieke talen en Engels te studeren.
Op 1 oktober 1947 arriveerde Wilhelmus Willibrordus Kraan, die van 1920 tot juni 1947 missionaris in Congo was geweest. Aan zijn missie in Congo hebben we uitgebreid aandacht geschonken in de vierdelige reeks over de Kruisheren in Congo. Kraan werd conventualis en tevens rector van het Rijksopvoedingsgesticht in Amersfoort. Kraan overleed op 14 september 1967 in Amersfoort.
Nieuwbouw in de Daam Fockemalaan
Later begonnen de Kruisheren aan de bouw van een klooster aan de Daam Fockemalaan, ontworpen door de Tilburgs architect Jos Schijvens (en sinds 9 maart 2010 een rijksmonument), dat in 1952 werd opgeleverd.
In 1953 werd het schoolgedeelte opgeleverd, eveneens een ontwerp van Jos Schijvens en op 7 oktober 1953 Collegium Constantinianum gedoopt. In 1957 werd een tweede schoolvleugel opgeleverd voor KBS-onderwijs. De school werd toen omgedoopt tot Constantijn College, een school met twee afdelingen, met ieder een eigen leiding: een rector voor het Gymnasium en een directeur voor de HBS. De school was toen uitsluitend toegankelijk voor jongens.