Magister-generaal Wilhelmus Antonius van Dinter vierde op 27 september 1937 zijn gouden professiefeest als kruisheer.
Zijn ouders
Toen Wilhelmus Antonius van Dinter geboren werd, leefde zijn familie al drie generaties van de landbouw in Gemert. Nu eens luidde de schrijfwijze van hun familienaam Van Dinter, dan weer Van Dinther.
Grote gezinnen waren in die tijd de norm. Dat alle zonen op het boerenerf konden blijven werken en wonen, was uitgesloten. Adrianus, de vader van de latere magister-generaal, werd hoefsmid. Zijn broer Jan werd huiswever. Beiden kwamen uit het gezin van Willem van Dinter (geboren in 1782) en Johanna Hendriks, dat acht kinderen telde.
Adrianus werd in Gemert geboren op 21 januari 1823 en huwde op 28 mei 1860 in Asten met Elisabeth van Bussel. Zijn ouders waren toen al overleden. Veertien dagen na de huwelijksplechtigheid keerde Adrianus naar Gemert terug om zich daar als zelfstandig hoefsmid te vestigen. Nadat eind augustus ook zijn vrouw naar Gemert kwam, werd een woning in de Molenstraat betrokken.
Het gezin
Adrianus en Elisabeth kregen zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. De latere magister-generaal Wilhelmus Antonius werd als jongste op 4 december 1869 geboren. Zijn geboorte werd door een broer van Elisabeth op het gemeentehuis aangegeven. Adrianus was door de trap van een paard zo ernstig gewond, dat hij zich niet kon verplaatsen. Herstel bleek onmogelijk: hij overleed op 10 juni 1870 om tien uur ‘s avonds.
Eind oktober 1870 keerde Elisabeth met de kinderen terug naar Asten. Niet lang daarna werd zij door een beroerte getroffen en geraakte gedeeltelijk verlamd. Zes jaar later, op 17 september 1876, overleed haar oudste zoon, Franske, op vijftienjarige leeftijd. Omdat Elisabeth steeds minder in staat bleek om voor haar kinderen te zorgen, werden de kinderen verspreid over verschillende gezinnen van de familie in Asten, Leende en Gemert. Een opname in het weeshuis werd niet overwogen. Regelmatige samenkomsten voorkwamen dat de kinderen van elkaar vervreemdden. Zelf nam Elisabeth einde maart 1879 haar intrek bij haar broer Marcelis in Asten en overleed er op 27 januari 1881.
Zijn jeugd
Wilhelmus Antonius van Dinter was anderhalf jaar oud toen hij naar Gemert terugkeerde en in huis kwam bij zijn oom en tante Johannes van Dinter en Antoinetta Van den Elzen, die toen respectievelijk 53 en 48 jaar oud waren. In dit gezin waren twee zoontjes van nog geen jaar oud en ook een dochter van 21 jaar oud overleden. Er waren toen nog drie ongehuwde dochters, in leeftijd variërend tussen 20 en 25 jaar.
Ook na de dood van oom en tante voelde Willem zich bij de dochters en later in hun gezinnen thuis. Maar de leeftijdsverschillen waren groot, er was geen speelkameraadje van zijn leeftijd en het gemis van zijn ouders viel hem zwaar. Een ongetrouwde zuster van zijn tante Antoinetta, die bij haar in huis woonde, belastte zich met de zorg over Willem. Willem was erg gesteld op zijn familie. Tijdens zijn vakantie en bij voorkomende gelegenheden bleef hij zijn familie trouw bezoeken.
Als kloosterling
Na het doorlopen van de lagere school in Gemert studeerde Wilhelmus Antonius verder aan de bekende Latijnse School van zijn geboortedorp. In september 1887 trad hij in het noviciaat in St. Agatha. De eenvoudige geloften legde hij af in St. Agatha op 27 september 1888. De solemnele professie deed hij in St. Agatha op 27 september 1891. Na zijn filosofische en theologische opleiding in Diest resp. St. Agatha werd hij op 15 augustus 1893 in Utrecht tot priester gewijd door Mgr. P.M. Snickers.
Als jong priester werkte hij enige tijd in Diest, met name van 14 september 1893 tot 1899, waar hij assistent-novicemeester werd. Van 16 februari 1899 tot maart 1910 was hij conventualis in St. Agatha. In april 1899 werd hij novicemeester en van 1905 tot 1910 supprior van het moederklooster van de Orde. In 1910 werd hij benoemd tot superior van de stichting in Amerika. Van 1922 tot 1927 was hij prior in Onamia. Van 27 juni 1927 tot 27 september 1940 was hij magister-generaal van de Orde van het Heilig Kruis. Zij devies luidde: amore et labore (met liefde en zorg). Hij overleed in Nijmegen op 27 september 1940, op de dag waarop hij 52 jaar voorheen de kleine professie had gedaan.
Het gouden professiefeest
Op een foto uit 1937, bij gelegenheid van het gouden kloosterfeest op 27 september, bemerken we:
- Links van de magister-generaal staat zijn zus Wilhelmina van den Heuvel-van Dinter. Naast haar staat haar enige dochter Wilhelmina van Vroonhoven-van den Heuvel. Tussen hen beiden in staat mevrouw van Bussel-Ketels.
- Rechts van Hoogwaardig Heer staat Clemence van Dinter-Vresen, de echtgenote van zijn broer Jozef. Tussen hen in bevindt zich Paula Fransen-Van Elk.
- Links van de ingang bevindt zich Adrien Bas, burgemeester van Budel, die gehuwd was met een dochter van een zus van Hoogwaardig Heer, Johanna Fransen-van Dinter.
- Boven de rechterschouder van Wilhelmus van Dinter staat Betsie Bakker-Fransen, dochter van Johanna Fransen-van Dinter. Rechts schuin boven de magister-generaal staat Maria van Dinter, dochter van Jozef van Dinter-Vresen.
- Links tegen de deurpost staat Wilhelmina Bressers-van Dinter, een dochter van Johannes van Dinter en Antoinetta van den Elsen, het gezin waarin Wilhelmus Antonius van Dinter in 1871 werd opgenomen.
De Echo publiceert over het kloosterjubileum
Aan het jubileum werd in De Echo van het Land van Cuyk ruime aandacht geschonken in een extra nummer op zaterdag 25 september 1937. De volgende bijdragen kwamen aan bod:
- Bij een gouden kloosterjubileum
- Hoogwaardig Heer Mgr. W. van Dinter
- De jubilerende kloosterling
- De Generaal der Missies
- Enige data uit het leven van den Hoogwaardigsten Jubilaris
- Programma van de feestelijke viering te St. Agatha
Het programma van de feestelijkheden op 27 september in St. Agatha zag er als volgt uit:
- 9.45 uur: Afhalen van de jubilaris aan de kloosterpoort
- 10.00 uur: Pontificale Hoogmis, opgedragen door de jubilaris. Feestcantate, uitgevoerd door de Schola Cantorum van de fraters kruisheren.
- 11.30 uur: Hulde van de bevolking van St. Agatha: toespraak van de Heer Paul van den Bosch, voorzitter van het feest-comité. Daarna hulde van de kinderen van St. Agatha.
- 12.30 tot 13.30 uur: Receptie.
- 17.00 uur: Serenade door de Kerkelijke Fanfare ‘St. Agatha’. Daarna kinderspelen, opgeluisterd door de muziek van genoemde fanfare.
Een speciaalnummer van Kruistriomf
In Kruistriomf (jg.17, oktober 1937, afl. 3) werd de plechtige viering van het gouden jubileum uitvoerig toegelicht: “(…). Wanneer de feesteling met diaken en subdiaken, voorafgegaan door de acolieten met kaarsen en wierook, zich naar het altaar begeeft, zal hij worden vergezeld door een elegant geklede schildknaap die een bloemenkrans en een staf draagt. De viering van het gouden jubelfeest van Hoogwaardigst Heer van Dinter zal met nog groter luister omgeven zijn, omdat de Magister Generaal op die dag een pontificale Hoogmis zal celebreren. (…).”
De Maasbode bericht over het kloosterjubileum
In De Maasbode van 25 september 1937 stond te lezen:
“(…). De kloosterlijke armoede en soberheid zijn de jubilaris boven alles dierbaar. Bij dit gouden professiefeest wees de jubilaris met beslistheid elke gave voor hem persoonlijk van de hand. Alleen voor zijn dierbare Missies wilde hij iets aanvaarden. (…). Aan de feestviering in St. Agatha zal ook de bevolking deelnemen. Er is een feestcommissie in het leven geroepen. Het plan was gevormd de jubilaris een gave aan te bieden voor de priester-missiebeurs Theodorus de Celles. Verder is er een speciaal nummer van Kruistriomf aan het jubileum gewijd.
“Bij gelegenheid van het jubileum zal volgens het ceremoniale der orde door de jubilaris een H. Mis van dankbaarheid worden opgedragen. De ceremoniën van het jubileum vinden plaats na het Evangelie in deze H. Mis. Bij deze ceremoniën vraagt de jubilaris o.a. Gods barmhartigheid en de genade van het jubilé. Door de prelaat wordt hem een bloemenkrans op het hoofd geplaatst. Ook wordt hem een staf overgereikt. Bij de ceremoniën behoort nog, dat de jubilaris zijn professie vernieuwt. Na de H. Mis heft men het Te Deum aan. De feestviering heeft a.s. maandag plaats.” Als prelaat trad op Petrus Nicolaus Henricus Augustinus Hofman (1880-1945), definitor van de orde en prior in St. Agatha.